MONARCHIE MET SCHONE LEI (107)
"De GOUDEN KOETS zal pas weer kunnen rijden als Nederland daar klaar voor is. En dat is nu niet het geval". Een onvermijdelijke boodschap van Willem Alexander toen de koets was gerestaureerd, weer zou gaan rijden, maar er verzet kwam, omdat op de zijpanelen is te zien hoe de slavernij wordt bejubeld. De (ongekozen) koning kwam toen op het "briljante" idee om eerst een weg van verzoening af te leggen, en Nederland klaar te stomen voor acceptatie van discriminerende afbeeldingen. Moeten verzoenings-gesprekken de geesten van ernstig gedenigeerde mensen dusdanig gaan plooien dat het slavernijverleden als positief hoogtepunt wordt bijgeschreven in de annalen? Gaat de koning er van uit dat zijn onderdanen de hoeveelheid hersens hebben van een regenworm en na een gesprekje de vernederingen van hun voorouders zullen ombuigen in "god heeft het zo gewild"? Hij gaat er daadwerkelijk van uit, anders had hij dat niet gezegd, waarmee een nieuwe vernedering wordt toegevoegd aan (een deel van) de gekrenkte mensheid. "O, zalige koning, majesteit der wijsheid", hoort hij graag uit volle borst roepen.
De Koets is veel te zwaar beladen om terug te komen. En de koning laat zien dat hij geen bal geeft om schreeuwende en schreiende gevoelens. Zijn voorouders zaten in het machtscentrum dat de slavernij dirigeerde, hebben bloedgeld verdiend, en deze nazaat van de Oranjes strooit zout in de wonden: door te verordonneren dat Nederland eerst rijp moet worden gemaakt voor de aanvaarding van zijn dictaat, als een goddelijke oekaze.
In het kader van de verzoening bezoekt zijn gezin het Caribische deel van zijn koninkrijk. Hierin zit ook een kennismaking van zijn dochter met de nazaten van de tot slaafgemaakten. Er wordt gerekend op een warm onthaal, omdat zij, deze arrogante en boven de wet gezeten onsterfelijken, worden gezien als vertegenwoordigers van de Heer in de hemel (de Heer die hun aanwezigheid en functie heeft gesanctioneerd). En als zij in hun programma hebben opgenomen aandacht voor regionale cultuur, en een bezoek aan voormalig plantage Landhuis Knip op Curacao, waar vrijheidsstrijder Tula in 1795 een opstand begon, die hardhandig werd neergeslagen, staat het ongeloof op barsten. En voeg daar aan toe dat de koning in zijn kersttoespraak sprak van "een misdaad tegen de menselijkheid" (refererend aan de slavernij), dan is Willem Alexander ongeloofwaardig. Hij strooit niet alleen zout in de wonden, maar gooit olie op het vuur dat hij opstookt, en brandend houdt, straks de fakkel overdragend aan zijn dochter.
Weer blijkt hoe volstrekt nutteloos monarchie is, dat het verleden heilig verklaart. Dat niet van plan is om correcties uit te voeren. Nog een bewijs voor de weigering is "het klaarstomen van Amalia voor de functie van koningin". Van een begin met een schone lei is absoluut geen sprake. Het verleden wordt geadoreerd als een optelsom van feiten en correcte daden, die in stand moet worden gehouden, en de verhoudingen tussen de Oranjes en de burgers te beschouwen als verhevenen en paria's in beton gegoten. Amalia, haar moeder, de rest van de familie, de commercie-omroepen (alle RTL-achtige TV, Boulevard-accenten), zien brood in de monarchie. De monarchie laat zich met plezier en gemakkelijk opjagen tot overbodige reisjes naar het buitenland, gefaciliteerd door de belastingbetaler, van wie het grootste deel hier falikant tegen is (de totale kostenpost van Huize Oranje Nassau wordt geheim gehouden!). De koninklijke familie profileert zich in binnen- en buitenland op een domme manier, gaat uit van achterlijkheid onder de volgelingen. De monarchie: smaakt naar oud brood, dat heel lang heeft gestaan op een plank in een vochtige kelder.